Terugkeer van Pallieter en Charlot in Netheland

 

Charlot zal ik met een Moor* doen trouwen, en dan zullen haar kinderen begijntjes worden, zwarte begijntjes.

(Zin uit het boek Pallieter vertaald uit het Vlaamse dialect van Felix Timmermans en hoofdthema in deze tekening

Vooraf.

 

Pallieter is een streekroman van de Vlaamse schrijver en dichter  Felix Timmermans gepubliceerd in 1916. De roman is vernoemd naar zijn hoofdpersonage Pallieter, een levensgenieter die leeft onder het motto ‘pluk de dag’. Het boek vertelt het verhaal van de levenslustige Pallieter die met zijn huishoudster Charlot in het idyllische Lier woont. Dag in dag uit begeeft hij zich in de Netevallei waar hij zorgeloos geniet van het paradijselijke landschap.

Pallieter trouwt met Marieke. Hun jonge huwelijksliefde beleven Pallieter en Marieke in een huwelijksschuit. Samen blijven ze nog in het Netheland wonen, tot Pallieter de uitbundige vader wordt van een drieling. Dan trekt het jonge gezin samen met Charlot de wijde wereld in. Bij afscheid spreekt Pallieter tot de pastoor; “Charlot zal ik met een Moor doen trouwen, en dan zullen haar kinderen begijntjes worden, zwarte begijntjes.”

 

(Het boek Pallieter werd in 1920 door de katholieke kerk verboden omdat Timmermans erin zou spotten met het katholieke geloof

 

De hoofdpersonages begroeten op de begijnhofvest mijnheer pastoor. We zien van links naar rechts Pallieter, de Moor, Charlot, zwarte begijntjes en mijnheer pastoor. Boven Pallieter uitstekend het Paard Bijaard en linksonder Dirk Oudes, kunstschilder  (vader van Jaap Oudes) die dit historisch moment vastlegt in een schilderij.

De gebouwen van het Begijnhof aanschouwen (zie de ogen in de kozijnen) nog ietwat beden
De gebouwen van het Begijnhof aanschouwen (zie de ogen in de kozijnen) nog ietwat bedenkelijk de ontmoeting

In de afbeelding linkerdeel midden-boven, wil Jaap Oudes mogelijk het weerzien van Charlotte en haar Moor ook van geestelijke en hemelse waarde onderstrepen. Pallieter speelt daarbij de rol van Engelbewaarder

In het linkerdeel en centraal in het midden zien we het Pallieterhof.**

Op de wand van de linker toren zien we een Schapenkop.

Het symbool van Lier is het schaap want een andere bijnaam voor de Lierenaars is Schapenkoppen. Waarom? Omdat Lier vroeger de keuze had om een veemarkt of een universiteit te krijgen en ze hebben voor de veemarkt gekozen.

 Op de wand van de rechter toren zien we een Eenhoorn afgebeeld.

Jaap Oudes gebruikt hier de afbeelding uit het wapen van Hoorn*** in Nederland.

Lier en Hoorn waren zijn lievelingsplaatsen en in zijn ogen innig met elkaar verbonden.

 Jaap Oudes heeft hier “De Oude Molpoort” als basis van zijn “Pallieterhof *, gebruikt.

‘O wandelende herberg, wees gedankt!’ Een stukje tekst in het boek Pallieter.  De koe is een symbool van de aarde. Ze leveren voedsel in de vorm van melk en mest voor brandstof, en hebben daar weinig voor terug nodig. Door haar kalme aanwezigheid ook symbool van rust en vrede. (Heiligennet)

Jaap Oudes die vele wandelingen met zijn moeder (boerendochter) maakte in het platteland van Noord-Holland kende als geen ander de waarde van de koe.  Maar vooral ook de wederzijdse afhankelijkheid van mens en dier. Het past geheel in het gedachtegoed van Pallieter (Felix Timmermans).

Petrus de ooievaar woont met zijn wijf in het huis van Pallieter “de Reynhaert” geheten. Ook hier is voor nakomelingen gezorgd. De ooievaar staat voor geluk, voorspoed en veel kinderen.


De molen van Franzoo in Pallieterland

Onderstaande tekst (Felix Timmermans) ontleend uit "Ons Eigen Tijdschrift", februari 1923, pp. 97-100.

Voor Pallieter had die molen, misschien lijk alle molens wel veel weg van een mensch. Hij had de gebaren, de werkzaamheid, het vertrouwelijke van een mensch.

 De ziel van de molen was de molenaar, die beneden in het witte huis woonde, de vader van Fransoo (kunstschilder en vriend van Pallieter) . Hij is de zorgende, koesterende ziel. Hij ziet van waar de wind komt en richt er de molen naar ; hij ziet uit naar ꞌt koren dat rijpt, dat eens door de draaiende maaltanden van den molen tot bekoorlijke bloem zal worden voor goed brood.

 Pallieter ging er geren op, want hij had er steeds een schoon gezicht over de boomen en de verten, en genoot er voluit van de lucht en hare elementen ; van den wind, die het land verblauwde, en van de regengordijnen, die achter de wereld omhoog schoven en de aarde begoten, wijl ginder de zon uit de donkerheid een molengehucht deed blinken. Hij kon er zich uren vergapen aan het broeien en groeien der wolken. In die molen woonde Fransoo, en schilderde daar zijn panoramieke, aartsvaderlijke doeken.

 

 Als er feest is dan mag er bij Jaap Oudes geen draaimolen ontbreken.

En het was tijdens de jaarlijkse kermis dat Pallieter Marieke het petekind van Charlotte voor het eerst gaat ontmoeten. Derhalve een reden om feest te vieren.

 Vrouw met kapmantel plaats een Mariabeeldje op een tafel.

(Vrouw uit de Belgische Kempen met kapmantel.)

 

 Voetnoten.

 *Het woord “neger” in de tekst van Felix Timmermans gewijzigd in “moor”.

 **

De “Oude Molpoort” heeft model gestaan voor de “Pallieterhoeve”

 


Het wapen van Hoorn (Gevelsteen)

 

 

Jean Passant,  januari 2021




 






Reacties

Populaire posts van deze blog

Paasverhaal door Jaap Oudes.

Narrative Art ofwel Verhalende kunst van Jaap Oudes.

Tekening Jaap Oudes: Dirk Oudes in molen van Floor en Jaan Pauw